Ter plekke: Breda station en centrum
30 november 2002 
in Ruimte

Ter plekke: Breda station en centrum

Ook als de intercom van de sneltrein tussen Zwolle en Roosendaal het weer eens heeft begeven is uitstappen in Breda niet zo moeilijk. Bij westenwind ruikt men de suikerbietengeur van de CSM al ver voor het station. Met de neus naar het oosten is na het uitstappen de brouwerij van Oranjeboom duidelijk waarneembaar. Volgens het bord aan de muur van de bierproducent worden er jaarlijks 250.000 (oranje)boompjes geplant. Hoe lang dat nog duurt, is echter onzeker. Al in de vorige eeuw ging de belangrijkste Bredase brouwerij ‘De drie hoefijzers’ op het Rotterdamse Oranjeboom. Dit was een gevolg van de ontwikkeling van de nationale biermarkt rond 1960. Hierbij werd echter de brouwerij in Breda behouden. In de huidige tijd van economische doelmatigheid is het volgens Interbrew, eigenaar van Oranjeboom, niet meer mogelijk de vestiging in Breda open te houden. Ook de gemeente wil graag van het bedrijf af. In de jaarlijkse burgerenquête wordt Oranjeboom na de CSM steevast het vaakst genoemd als het gaat om geur- en geluidhinder. Desondanks is het jammer dat met Oranjeboom weer een stukje Bredase historie uit de stad zal verdwijnen.

Het hoofdkantoor van Oranjeboom werd in 1921 ontworpen door de Bredase architect F.B. Bilsen. Deze bouwde een monument waarin naast de Amsterdamse Schoolstijl ook invloeden van de Haagse School zijn verwerkt. Met de glas-in-lood ramen en het Art Déco interieur is de bierbrouwerij zonder twijfel één van de mooiste industriële bouwwerken in Breda.

De geur van het bier laat de ware liefhebber natuurlijk niet onberoerd. Bij de brouwerij wordt bier echter niet per glas verkocht. Daarvoor zijn de vele kroegen in het centrum van de stad. De weg van station naar centrum is in Breda minder herkenbaar dan in de gemiddelde Nederlandse stad. Het eerste deel van de route valt wat dat betreft nog mee. In de Willemstraat, waar de statige bomen en een brede middenberm al lang geleden zijn ingeruild voor parkeerplaatsen aan beide zijden van de weg, ruiken we aan linkerkant een Coffeeshop. Wie in Breda de Franse toeristen graag de weg wil wijzen doet er goed aan dit te onthouden. Als er een oude Franse auto met daarin vier of vijf jongeren naast u stopt weet u dan wat u moet zeggen. Overigens kunt u gewoon Engels spreken. Het is verbazingwekkend hoe snel de Fransen het Engels accepteren als ze op zoek zijn naar een joint.

Aan het einde van de Willemstraat begint het bijzondere van de route tussen station en centrum. Daar waar je in de meeste Nederlandse steden slechts steen ziet op weg van de trein naar het centrum kom je in Breda een park tegen: het Valkenberg. Zomers is dit een Tiergarten in het klein hoewel er, in tegenstelling tot de Berlijnse versie, wel overal gevoetbald mag worden. Op weg naar het centrum passeert men na het park de Koninklijke Militaire Academie (KMA). De academie is een van de laatste plaatsen in Breda waar nog militaire activiteiten plaatsvinden. Het Chassé terrein is inmiddels bijna volgebouwd, de Seeligkazerne is al een tijd niet meer in gebruik en de Trip van Zoudtlandt kazerne is de laatste jaren bekender als de locatie voor de Nationale Taptoe dan als legerkazerne.

Na de KMA komen we dan uiteindelijk terecht in het winkel- en uitgaanscentrum van Breda. De toeristen komen voornamelijk voor de Grote Kerk, of de terrassen op de Grote Markt. Ook de winkels op en rond de Grote Markt zijn trekpleisters. Door de jaren heen is ook Breda niet ontkomen aan de standaard voorgevels van de grote winkelketens als V&D, Hema en Blokker. Toch is er nog altijd iets wat Breda uniek houdt. Bij 8 van de 10 kroegen hangt namelijk een uithangbord van het Bredase bier: Oranjeboom. Breda is volgens de slogan een stad met karakter. Oranjeboom draagt daar zeker aan bij. Maar of dat met de voortgaande globalisering nog lang zo blijft?

Ritske Dankert schreef dit artikel in november 2002.