Hoe integraal is de Omgevingswet?
04 juni 2012 
in Ruimte

Hoe integraal is de Omgevingswet?

Onlangs was ik aanwezig bij het seminar stelselwijziging omgevingsrecht, georganiseerd door Hekkelman advocaten. Namens het bureau vertelde Tycho Lam hier over de stand van zaken van de nieuwe Omgevingswet. Een belangrijk kritiekpunt op de wet in ontwikkeling is dat verschillende onderdelen van het omgevingsrecht slechts procesmatig, maar niet inhoudelijk worden geïntegreerd. Zelf denk ik dat de procesmatige integratie die nu wordt voorgestaan onvermijdelijk zal leiden tot een preciezere discussie over het inhoudelijk integreren het omgevingsrecht.

Context omgevingswet
Het kabinet wil de wet- en regelgeving op het gebied van het omgevingsrecht onder het motto ‘Eenvoudig Beter’ bundelen en vereenvoudigen. Dit moet volgens de ambitieuze planning van het ministerie in 2014 leiden tot een integrale Omgevingswet. De Omgevingswet moet ongeveer vijftien wetten vervangen, waaronder Wet ruimtelijke ordening (Wro) de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) en de Crisis- en Herstelwet (Chw). De val van het Kabinet lijkt vooralsnog weinig roet in het eten te gooien voor de nieuwe Omgevingswet. Er is een breed draagvlak onder politieke partijen om verschillende wetten samen te voegen. De precieze invulling kan natuurlijk nog wel veranderen wanneer er na 12 september een Kabinet van een andere samenstelling mocht komen.

Weinig inhoudelijke verandering, wel procesmatige integratie
De nieuwe Omgevingswet zal inhoudelijk weinig verandering met zich meebrengen. Alle bestaande normen uit de te integreren wetten, zoals over geluid en milieu, zullen in de nieuwe wet één op één worden overgenomen. Procesmatig worden wel veranderingen doorgevoerd. Op beleidsmatig niveau blijft er nog slechts één Omgevingsvisie bestaan, waarin alle zaken op het gebied van ruimtelijke ordening, milieu, verkeer en andere omgevingsfactoren worden afgewogen. Een tweede belangrijke verbetering is dat er meer aandacht komt voor de vertaling van beleid in uitvoering. Dat wordt gedaan door van wat nu nog de uitvoeringsparagraaf van een Structuurvisie is, een aparte status te geven als Programma. Deze programma’s geven concreter weer hoe het beleid in de praktijk moet worden doorvertaald.

Kritisch op integraliteit in de praktijk
Naarmate ruimtelijke plannen concreter worden gaat het integrale karakter van de Omgevingswet wat verloren. Net als nu al het geval is bij de Wabo worden verschillende vergunning weliswaar samengevoegd in één Omgevingsvergunning, maar omdat de normen inhoudelijk niet veranderen blijft een afweging op elk deelgebied noodzakelijk. Om deze reden is Lam sceptisch over de mogelijkheden om met de Omgevingswet verdere optimalisatie van ruimtelijke planning te bewerkstellingen. Omgevingsrecht is nu eenmaal niet een eenvoudige zaak, hoe graag we dat ook zouden willen.

Inhoudelijke integratie
De belangrijkste voordelen van de nieuwe Omgevingswet liggen volgens mij dan ook vooral op beleidsniveau. Daar wordt een verdere integratie van omgevingsbeleid mogelijk, zoals sommige overheden nu al op vrijwillige basis beleidsvisies hebben samengevoegd. Ook de implementatie wordt er beter van wanneer de uitvoeringsprogramma’s meer status krijgen. Omdat de integraliteit op het concrete niveau nog wel te wensen overlaat zullen hier nog wel eens botsingen kunnen ontstaan. Dan zullen ook de inhoudelijke mismatches tussen verschillende onderdelen van het omgevingsbeleid sterker naar voren komen. Een inhoudelijke integratie van het omgevingsrecht is tegen die tijd een logische volgende stap.