Lokalisering: tegen de stroom in?
15 september 2002 
in Ruimte

Lokalisering: tegen de stroom in?

Het begrip lokalisering kan op twee manieren gebruikt worden (Standaard, 2002). Het bepalen van de geografische lokatie van een object is één definitie van lokalisering. In dit paper wordt echter ingegaan op de andere definitie: ‘plaatselijk maken’ of: ‘binnen bepaalde grenzen beperken’. Met andere woorden: lokalisering van bepaalde aspecten (bijvoorbeeld economische of culturele) is het proces waarbij deze aspecten plaatselijk worden ingevuld. Die invulling zal op elke plaats op een andere manier plaatsvinden. Daardoor wordt steeds het unieke van een plek benadrukt.

Aanverwante begrippen

Lokalisering is ook het tegenovergestelde van globalisering. Globalisering wordt door Knox & Marston gedefinieerd als: “The increasing interconnectedness of different parts of the world through common processes of economic, environmental, political and cultural change” (Knox & Marston, 2003). De wederzijdse afhankelijkheid is echter niet voor elke plek even sterk. De plaatsen op de wereld waar het meeste geld aanwezig is (de core-regions) zijn minder afhankelijk van andere plekken dan andersom. Daardoor hebben deze core-regions de macht om hun economische, politieke en culturele systemen te laten overnemen door de meer afhankelijke regio’s. Voorbeeld daarvan zijn de voorwaarden waaraan de 10 kandidaat-lidstaten van de Europese Unie moeten voldoen. Bij lokalisering worden economische, politieke en culturele systemen juist afgestemd op de unieke kenmerken van een bepaalde plek.

Op verschillende terreinen kan dus globalisering of lokalisering plaatsvinden. De economie is daarbij het meest bekende terrein. Bij globalisering zijn plekken economisch steeds meer van elkaar afhankelijk, terwijl bij lokalisering de economie de productie en consumptie op een bepaalde plaats zijn afgestemd op de beperkingen en behoeften van die plaats. Deze afstemming is ook een aspect van duurzame ontwikkeling. Met betrekking tot het begrip duurzame ontwikkeling kwam de commissie Brundtland in 1987 tot de volgende conclusie: “in essence, sustainable development is a process of change in which the exploitation of recources, the direction of investments, the orientation of technological development, and institutional change are all in harmony and enhance both current and future potential to meet human needs and aspirations.” Onder ‘human needs’ verstaat de commissie zowel economische als sociale behoeften (Dankert, 2002).

Politieke globalisering kan gezien worden als ‘centralisatie’. Dit proces vindt momenteel plaats in de Europese Unie. Steeds vaker zijn politieke beslissingen op het Europese niveau belangrijker dan de nationale politiek van de lidstaten. Er zijn wel verschillen tussen verschillende beleidsterreinen. Het landbouwbeleid wordt vrijwel geheel bepaald door het Europees parlement, terwijl men op het gebied van de ruimtelijke ordening nog niet verder is gekomen dan een voor de lidstaten vrijblijvend Europees Ontwikkelingsperspectief (EROP). Naast centralisatie vindt op een aantal beleidsterreinen juist decentralisatie (politieke lokalisatie) plaats. Voorbeeld daarvan is de extra beleidsruimte die gemeente en provincie volgens het huidige kabinet zouden moeten krijgen op het gebied van de ruimtelijke ordening.

Ook op het gebied van cultuur zijn processen van globalisering en lokalisering aanwezig. De economie is daarbij vaak de motor van processen van globalisering, terwijl lokalisering tot stand kan worden gebracht door politieke maatregelen. Zo kan een pizzamultinational profiteren van wereldwijde kostenbesparing, en daarmee het voortbestaan van de kleine Italiaanse pizzabakker bedreigen terwijl velen een pizza van deze laatste nu juist net iets lekker vinden (De stem van Ode, 2001). De staat kan de eigen cultuur beschermen door het opwerpen van barriëres. Canada deed dit in 1995 door het heffen van belasting op een Amerikaans tijdschrift dat ‘niet Canadees genoeg’ zou zijn (Knox & Marston, 2003). Daar waar processen van globalisering en lokalisering op hetzelfde moment spelen wordt dit ook wel ‘glokalisering’ genoemd.

De beweging van ‘antiglobalisten’

Het begrip ‘lokalisering’ is niet alleen de tegenhanger van globalisering. Ook het ontstaan van lokalisering heeft te maken met de huidige trend van globalisering. De critici van globalisering zien deze trend als een bedreiging. Lokalisering is volgens hen de oplossing (Asveld en Arets, 2002 en Schuman, 1998). Onder lokalisering wordt daarbij ook verstaan: ‘local economies first’, ‘protect the local globally’, from global to  local’ en ‘going local’.

De antimondialiseringsbeweging is een beweging waarbinnen mensen met veel verschillende achtergronden actief zijn. Noreena Herz is op dit moment één van de boegbeelden van de beweging. Na bij de Wereldbank de keerzijde van het liberale kapitalisme te hebben gezien heeft ze zich ontwikkeld als een ‘critica van het vrijhandelsdenken’ (Asveld en Arets, 2002). Over de veelzijdigheid van de antiglobalisten zegt zij: “wij, in het Westen, vergeten vaak dat buiten de beweging hier er in de Derde Wereld honderdduizenden mensen deelnemen aan demonstraties tegen de WTO” (Asveld en Arets, 2002). Ook is het volgens haar niet alleen de blanke middenklasse die zich druk maakt over bepaalde zaken: “er zijn ook rijke mensen die om het milieu geven” (Asveld en Arets, 2002).

De antiglobalisten maken een onderscheid tussen globalisering en internationalisering. Globalisering wordt gezien als het systematisch ontmantelen van beschermende barriëres voor en door grote bedrijven. Hierdoor worden landen concurrenten van elkaar. Een grote multinational zal immers het land met de meest voordelige voorwaarden uitkiezen als productieplaats. Internationalisering wordt door Colin Hines omschreven als: “the flow of ideas, technologies, information, culture, money and goods with the end goal of protecting and rebuilding local economies worldwide” (Hines, 2000). In essentie wordt bij globalisering de vraag gesteld wie de goedkoopste is, terwijl het er bij internationalisering om gaat wie de beste is.

In tegenstelling tot wat de term antiglobalisten doet vermoeden zijn antiglobalisten niet tegen het openstellen van de grenzen. Sterker nog: de beweging van antiglobalisten is zelf ook een internationale beweging. Het proces van globalisering op de manier zoals in de vorige alinea beschreven ziet men echter niet zitten. Lokalisering zou daarvoor in de plaats moeten komen. Aan lokalisering wordt daarbij de volgende invulling gegeven: “localization does not mean walling off the outside world. It means nurturing locally owned businesses which use local resources sustainable, employ local workers at decent wages and serve primarily local consumers. It means becoming more self sufficient, and less dependent on imports. Control moves from the boardrooms of distant corporations and back to the community where it belongs” (Schuman, 1998). Door deze definitie van het begrip lokalisering te gebruiken blijft bij een trend van lokalisering ook internationalisering mogelijk.

De antimondialiseringsbeweging probeert op verschillende manieren de trend van globalisering om te buigen in een trend van lokalisering. Rond de vergaderingen van de WTO, G8 en Europese Unie worden grote demonstraties georganiseerd. Hoewel het vaak de relschoppers zijn die in beeld worden gebracht lopen er in deze demonstraties ook academici, schrijvers en zelfs ondernemers mee (De stem van Ode, 2001). Daarnaast worden er door mensen uit de beweging ook boeken en artikelen geschreven. Noreena Hertz zegt daarover: “ik probeer complexe academische inzichten toegankelijk te maken voor elk publiek, niet alleen voor antiglobalisten” (Asveld en Arets, 2002).

Toekomst van lokalisering

Nog niet zo lang geleden werd het verzet tegen de mondialisering nog niet zo serieus genomen. Sinds de G8-top in Genua wordt door de media niet meer alleen aandacht besteed aan de relschoppers, maar ook aan de inhoud van verzet (De stem van Ode, 2001). Ook Noreena Herz ziet dat landen en bedrijven “nu in elk geval bereid zijn tot praten” (Asveld en Arets, 2002). Of dit tot acties zal leiden betwijfelt zij, en dat is niet geheel onterecht. Net als voorheen kolonisatie is globalisering een concept waarbij de rijke landen profiteren van armere landen. Het is niet aannemelijk dat de rijke landen na zo’n lange periode van profiteren deze situatie zomaar zullen opgeven. Voorlopig zal de beweging die lokalisering voorstaat dan ook nog wel tegen de stroom van de globalisering in zwemmen.

Literatuur

Standaard uitgeverijStandaard woordenboek Nederlands . Utrecht, 2002.
Knox & MarstonHuman geography, places and regions in global contex . New Jersey, 2003.
Ritske DankertRuimtelijke duurzaamheid, in het bestemmingsplan? Interne uitgave van de Provincie Zuid-Holland, stageverslag NHTV internationale hogeschool Breda. Den Haag, april 2002.
De stem van OdeDoorbraak in Genua, er bestaat een verschil tussen mondialisering en internationalisering. In: Ode, nummer 40, september/oktober 2001.
Colin HinesLocalization, a global manifesto . London, 2000.
Lotte Asveld en Daniëlle Arets“We moeten de WTO niet ontmantelen” . Interview met Noreena Hertz. In: Milieudefensie Magazine, nummer 4, april 2002.
Michael SchumanGoing local creating self-reliant communities in a global age. New York, 1998.
Dit artikel werd geschreven door Ritske Dankert in september 2002. Het werd in verkorte vorm gepubliceerd in CopyRood.