Die Mauer im Kopf: Oost- en West-Europa zijn nog lang geen één
30 april 2004 
in Ruimte

Die Mauer im Kopf: Oost- en West-Europa zijn nog lang geen één

Sinds 1989 zijn Oost en West in Berlijn weer één. Een jaar
later werd Oost-Duitsland toegevoegd aan de Bondsrepubliek Duitsland.
Vijftien jaar na de Wende gaan we het in Europa groots aanpakken. Op 1
mei wordt de Europese Unie uitgebreid met landen uit het voormalige Oostblok.
De verschillen tussen Oost en West zijn groot, en de vooroordelen misschien
nog wel groter. Zelfs minister Zalm liet zich bij de discussie over toetreding
van Polen meer leiden door de in Nederland levende vooroordelen dan de
feitelijke situatie in Polen zelf.

Als we van het nieuwe Europa een succes willen maken moet de bevolking
van de lidstaten een enigszins gelijkwaardige levensstandaard krijgen.
Een situatie waarin afhankelijke lidstaten alle voorstellen van de dominante
EU-landen maar moeten slikken kan op den duur nooit tot een verenigd Europa
leiden. Ook moeten mensen zich meer en meer Europeaan gaan voelen. Hoe
krijg je burgers immers betrokken bij de Europese politiek als men zich
geen Europeaan voelt? Als Nederlanders, Fransen, Polen en Grieken zich
Europeaan willen voelen, is communicatie en uitwisseling tussen de Europese
landen van levensbelang. Een verblijf in Berlijn vormde voor mij een mooie
aanleiding om eens te gaan kijken hoe de integratie in Duitsland, en in
het bijzonder in Berlijn, vijftien jaar na 1989 verloopt.

Berlijn heeft er alles aan gedaan om de twee gescheiden steden weer bij
elkaar te brengen. Openbaar vervoersystemen zijn op elkaar aangesloten
en op de lege plekken die de gevallen muur heeft achtergelaten zijn vele
nieuwe gebouwen neergezet. Oostelijke wijken als Mitte, Prenzlauer Berg
en Friedrichain zijn populair geworden bij de West-Berlijners. In het
centrum van de stad merk je als toerist de verschillen tussen Oost- en
West-Berlijn dan ook niet direct meer. In de buitenwijken van de stad
zijn de verschillen nog wel aanwezig. De oneindige ‘plattenbau’ in het
Oostelijke Marzahn ziet er nog even troosteloos uit als voor de Wende,
zeker als je het vergelijkt met de luxe bebouwing in Westelijke buitenwijken.
De meest gelezen krant in het Oosten is nog altijd De voormalige Oost-Duitse Berliner Zeitung tegenover de Süddeutsche Zeitung en de Frankfurter
Algemeine in het Westen. En ook tijdens een ritje met de S-Bahn van Oost
naar West merk je nog aan alles waar je je bevindt.

Met de opbouw van Oost-Duitsland als geheel gaat het al niet veel beter.
Het vele geld dat vanuit het Westen naar het Oosten stroomt heeft nauwelijks
resultaat. “1250 Miljard: Wofür?” vroeg het weekblad Der
Spiegel zich begin april af. Het blad concludeert dat de opbouw van Oost-Duitsland
is verworden tot de neergang van het Westen. De economische groei in West-Duitsland
wordt sinds de Wende meer dan teniet gedaan door het geld wat van West
naar Oost vloeit. En daar verdwijnt het vervolgens in een bodemloze put.
Met het geld is een perfecte infrastructuur aangelegd en in Cottbus heeft
men zelfs een verwarmd station. De werkeloosheid is sinds 1990 echter
wel verdubbeld tot 20%, en de bloeiende landschappen die bondskanselier
Helmut Kohl in 1990 aan de Oost-Duitsers beloofde laten nog altijd op
zich wachten.

Oost en West zijn in Berlijn en Duitsland dus nog lang geen één.
En dit zal ook voor het Europa van na 1 mei een groot probleem worden.
De oude EU-landen hebben weinig gemeen met de toetredende landen. Er zijn
grote verschillen in welvaart en historische achtergrond. Toch is het
belangrijk dat het nieuwe Europa daadwerkelijke één Europa
wordt. Want hoe krijg je burgers betrokken als die zich niet kunnen identificeren
met mede-Europeanen? Hoe krijg je burgers betrokken bij Europa als die
zich geen Europeaan voelen? Wie het weet mag het zeggen. Met slogans als
‘Europa: best belangrijk’ komen we er in ieder geval niet.

Ritske Dankert schreef dit artikel in april 2004.