De verbindingen van Groenveld Wonen

Veel woningcorporaties hebben een strategisch voorraadbeleid opgesteld, waarin ze bepalen welke investeringen ze in hun woningvoorraad willen doen. De uitvoering van deze plannen vind plaats als een woning van huurder wisselt (mutatie) of tijdens een project (planmatig onderhoud, herstructurering, nieuwbouw). De implementatie is vaak moeilijker dan gedacht. In het rapport ‘De verbindingen van Groenveld Wonen’ staat de implementatie van strategisch voorraadbeleid door corporatie ‘Groenveld Wonen’ (gefingeerde naam) centraal. Uitvoerig wordt ingegaan op het mutatieproces en op 3 projecten die sinds het opstellen van het voorraadbeleid in 1999 zijn voltooid. Op basis van 4 fasen die Bruno Latour definieert in zijn boek ‘Politics of Nature’ (2004) wordt in hoofdstuk 4 van het rapport al een voorzichtig begin gemaakt met aanbevelingen om het implementatieproces te verbeteren. De bedoeling is om op basis van vervolgonderzoek met meer concrete aanbevelingen te komen die door woningcorporaties direct in de praktijk kunnen worden gebracht.

Inleiding

Er is veel onderzoek gedaan naar de ontwikkeling van beleid en strategie. Over de
implementatie van beleid en strategie is echter maar weinig bekend (Noble 1999:19;
Torenvlied 1996:2). Dit geldt ook voor woningcorporaties. Sinds 1995 zijn de
corporaties niet meer financieel afhankelijk van de overheid. De corporaties zijn
zelfstandige bedrijven met een maatschappelijke taak geworden. Een belangrijk
gevolg van deze verzelfstandiging is dat woningcorporaties vaker naar eigen inzicht
kunnen (en moeten) beslissen over hun woningvoorraad. Sinds 1995 hebben dan ook
steeds meer corporaties een strategisch voorraadbeleid, waarin ze aangeven op
welke wijze ze hun voorraad willen sturen. Strategisch voorraadbeleid vult zo het gat
dat door het wegvallen van de overheidssturing bij de corporaties was ontstaan. In de
eerste jaren na de verzelfstandiging van de corporaties is logischerwijs veel aandacht
geweest voor het maken van beleid en strategie. In de actuele discussie komt echter
steeds meer het maatschappelijk rendement van de corporatie naar voren.
Implementatie van strategisch voorraadbeleid is daarbij een belangrijk onderwerp.
Strategisch voorraadbeleid heeft als instrument sinds de jaren ’90 een grote vlucht
genomen. Volgens verschillende onderzoeken is het strategisch voorraadbeleid
momenteel één van de belangrijkste beleidsthema’s van corporaties (Heeger en
Nieboer 2003). Het voorraadbeleidsplan van corporaties vormt het belangrijkste
uitgangspunt voor de financiële prognoses, de meerjarenplannen en het beheer.
Corporaties besteden hieraan dan ook veel aandacht. Van alle corporaties heeft 71%
een strategisch voorraadbeleid dat is uitgewerkt in één of meer actuele
voorraadbeleidsplannen (Vijverberg 2005:16). Bij 91% van de corporaties met een
actueel voorraadbeleidsplan ligt een uitgeschreven missie en gekwantificeerde
ondernemersdoelstellingen aan het plan ten grondslag. Vier van de vijf van de
corporaties met een actueel voorraadbeleidsplan heeft dit uitgewerkt in concrete
beheerinstructies. Deze beheerinstructies hebben bijvoorbeeld betrekking op het te
volgen huurprijsbeleid, het onderhoudsbeleid en de investeringen.

Over de wijze waarop na het vaststellen van strategisch voorraadbeleid de
implementatie daarvan door woningcorporaties plaatsvindt, en ook over de wijze
waarop woningcorporaties ervaringen van de uitvoering terugkoppelen naar de
beleidsontwikkeling is nog zeer weinig bekend. Uit eerder onderzoek is wel
voorzichtig op te maken dat expliciet geformuleerde beleidslijnen die een relatie
leggen tussen de kenmerken van het bezit en de doelstellingen van de verhuurder
aan de ene kant en gewenste activiteiten op complexniveau aan de andere kant niet
of nauwelijks voor lijken te komen. “Beslissingen over de ontwikkeling van de
voorraad lijken meer tot stand te komen in onderhandelingen en/of op basis van
meestal impliciete beleidsoverwegingen, die zich in hoofden van de personen
bevinden” (Nieboer 2003:49).

Interessant is nu welke factoren sturend zijn voor de uitvoering van beleid. Dat is de
centrale vraag in dit rapport. Om deze vraag te beantwoorden is het strategisch
voorraadbeleid en de uitvoering daarvan in vier projecten bij de corporatie Groenveld
Wonen bestudeerd. Bij twee van de bestudeerde projecten komen de
bovengenoemde relaties tussen algemene doelstellingen en complexniveau wel voor.
Een ander project is uitgevoerd naar aanleiding van een verzoek van de gemeente.
Het vierde project was wel opgenomen in het beleid, maar strandde voortijdig. Op
basis van de uitvoering van deze vier projecten kan een aantal conclusies worden
getrokken over thema’s die van belang zijn bij de uitvoering van strategisch
voorraadbeleid. Doel van dit onderzoek is het doen van aanbevelingen aan directie en
beleidsmakers bij corporaties over hoe zij hun strategisch voorraadbeleid tot
uitvoering kunnen brengen.

In het volgende hoofdstuk wordt als eerste ingegaan op de uitgangspunten en aanpak
van het onderzoek. In hoofdstuk drie wordt ingegaan op de empirische data die de
kern van het onderzoek vormt. In het laatste hoofdstuk worden de belangrijkste
conclusies op een rij gezet.

De verbindingen van Groenveld Wonen