Demografische krimp in Nederland

Sinds het voorjaar van 2006 is het thema 'demografische krimp' actueel in Nederland. Op deze pagina geef ik een overzicht van de discussie die sindsdien is ontstaan. De discussie over krimp begon naar aanleiding van een publicatie "Structurele Bevolkingsdaling" van de onderzoekers Wim Derks, Peter Hovens en Leo Klinkers. Vervolgens zijn er vele reacties geweest. Sommige commentaren zien krimp als bedreiging, anderen juist als een kans (bijvoorbeeld op milieu en filegebied). Zelf geloof ik niet dat krimpende steden en dorpen gedoemd zijn, of dat ze daardoor juist extra kansen krijgen.

Wel moet de planologie zich aanpassen. Bevolkingsgroei was in de afgelopen decennia zo gewoon dat zelfs (of juist) planologen zich niet kunnen voorstellen wat bevolkingsdaling precies betekent.

Begin van de discussie

In opdracht van de VROM-raad heeft Wim Derks (Universiteit van Maastricht) samen met Peter Hovens en Leo Klinker in het voorjaar van 2006 een rapport - Structurele bevolkingsdaling; een urgente nieuwe invalshoek voor beleidsmakers - opgesteld over de komende bevolkingskrimp in Nederland. Ondanks dat er weinig echt nieuwe inzichten in staan is het rapport bijzonder doordat het ervoor heeft gezorgd dat de discussie over krimp nu meer vorm begint te krijgen.

Vervolgpublicaties: De Krimpende Stad

Derks, Hovens en Klinker hebben naar aanleiding van het rapport een aantal vervolgpublicaties gemaakt. Ook hebben zij het Kenniscentrum voor Bevolkingsdaling en Beleid opgericht: www.bevolkingsdaling.nl. Op deze website is een overzicht te vinden van publicaties, aandacht in de media en vervolgonderzoek.

Ruimtelijk planbureau: ontkenning van de werkingskracht

Bij het ruimtelijk planbureau hebben Frank van Dam, Carola de Groot en Femke Verwest zich met krimpende steden beziggehouden. In het artikel "Zeven misverstanden over bevolkingskrimp" in Geografie van januari 2007 concluderen zij dat krimp weinig effect zal hebben op de ruimtelijke ontwikkeling. Het RPB erkent dat krimp zal plaatsvinden, maar denkt dat ontwikkelingen op gebied van welvaart, mobiliteit en schaalvergroting een veel grotere invloed hebben. Ook kunnen krimpeffecten volgens het RPB gecompenseerd worden door de hierboven genoemde ontwikkelingen. Overigens erkent het RPB wel dat er door krimp een nieuwe context ontstaat. Krimp heeft een versterkend effect op de noodzaak voor herstructurering in zwakke wijken, dorpen en steden. Ook andere adviesorganen zijn direct na 2006 - wat mij betreft onterecht - terughoudend als het gaat om de mogelijke gevolgen van de krimp.

2008: Ganzedijk

In het begin van 2008 kwam het Groningse dorpje Ganzedijk in het nieuws, omdat een stuurgroep van gemeente, corporatie en provincie vonden dat het buurtschap van 60 woningen gesloopt zou moeten. Men wilde eigenaren daarvoor zelfs uitkopen. Het plan strandde op bewonersprotesten en ook financieel was het onuitvoerbaar. Door een groep bewoners werd een alternatief plan gemaakt. Zembla maakte er een documentaire over. Naar aanleiding van het alternatieve plan zijn gemeente, corporatie en bewoners opnieuw in gesprek gegaan over de toekomst van het buurtschap.
Lees ook mijn artikel over Ganzendijk.

2012: Krimp als groeiend beleidsterrein

Na een werkbezoek aan Zuid-Limburg is oud-minister Van der Laan in 2009 doordrongen geraakt van de omvang van de bevolkingsdaling. Inmiddels zijn ook verschillende organisaties bezig om oplossingen te vinden voor de problemen en uitdagingen de gepaard gaan met bevolkingsdaling. Zoals een ambtenaar van het Ministerie van Binnenlandse zaken tegen mij opmerkte: "krimp is een groeiend beleidsterrein". Ook het Planbureau voor de Leefomgeving maakt de omslag van bestrijden naar begeleiden van krimp (publicatie). Zie ook: Ministerie van Binnenlandse Zaken.

Nabije toekomst: schakelen van groei naar krimp

De gedachte "groei is goed" zit nog steeds ingebakken in veel meer instrumenten en wetten op het gebied van ruimtelijke ordening. De eerste opgave is om dat te veranderen. Groei en krimp zijn niet gelijk aan goed en slecht, maar beide fenomenen die invloed hebben op de ruimtelijke ordeningen, en waarmee gewerkt moet kunnen worden zonder emotionele connotaties. Gelukkig wordt in de laatste jaren meer en meer erkend, en wordt er ook gewerkt aan oplossingen.
Reactie plaatsen