Toerisme als factor in ruimtelijke ontwikkeling

Toerisme is hot. Van krimpgemeenten in Zeeuws-Vlaanderen tot Griekenland, allemaal moeten ze gered worden door het toerisme. Maar toerisme heeft naast voordelen ook nadelen. En bovendien, hoe realistisch is het eigenlijk dat toerisme voor zoveel problemen als de oplossing wordt gezien? Deze vragen waren voor mij genoeg reden om vandaag naar Utrecht af te reizen voor het VUGS symposium ‘Changing Tourism, Destination Unknown’. In deze blog zet ik een paar inzichten uit het symposium in de spotlights.

Invloed van mobiliteit, ICT en architectuur
Als eerste kwam aan het woord Frank Go van de Erasmus Universiteit. In de brede inleiding over zijn onderzoek naar toerisme kwam een duizelingwekkend aantal onderwerpen aan de orde. Van toerismemotieven via werken in het toerisme tot organenhandel. En ook de Tweede Kamer na Fortuyn kwam nog even langs. Drie punten vielen op. Go ziet een toenemend belang van mobiliteit. Ook binnen de toerismesector is mobiliteit steeds vaker als sturende factor aanwezig. Dit komt bijvoorbeeld tot uiting in de hoge eisen die low cost airlines aan lokale gemeenschapen kunnen stellen in ruil voor het vliegen op hun luchthaven. Ook ICT heeft grote invloed. Niet alleen doordat via internet informatie over bestemmingen makkelijk te ontsluiten is, maar ook omdat ICT er in toenemende mate voor zorgt dat grenzen en afstanden vervagen. Daardoor neemt de noodzaak om fysiek te reizen af. Een derde punt is de noodzaak – omdat we op steeds meer plekken kom – om als bestemming uniek te zijn. Dat zien we ook terug in de moderne architectuur: die moet op het netvlies blijven, ook als de toerist al lang weer thuis is.

Wonen in een openluchtmuseum
Hoe is het om te wonen in een stad waar dagelijks meer toeristen komen dan inwoners? Michiel van Iersel schetste de problemen die het toerisme voor de inwoners van steden als Venetië, Rome en Amsterdam met zich meebrengt. De focus op toerisme leidt er regelmatig toe dat functies die niet gerelateerd zijn aan toerisme en recreatie uit de (binnen)stad worden verdrongen. Dat zorgt ervoor dat het inwonertal van bijvoorbeeld Venetië in de afgelopen decennia behoorlijk is gekelderd. Een hoopgevend scenario speelt zich af in Brugge. Daar kiest men er bewust voor om ook ruimte te houden en geven aan functies die het wonen en werken in de stad mogelijk maken en houden.

Individualisering van toerisme
Een gemeenschappelijke observatie in de ochtendlezingen was de paradigma shift van massa toerisme naar een veel individuelere beleving van reizen en toerisme. Het massa toerisme wordt gestructureerd door de grote touroperatoren, is gericht op risico mijdende consumenten en moet altijd herkenbare elementen van thuis bevatten. De individuele beleving van toerisme zoekt juist ruimte om als reiziger meer op je eigen initiatief te zijn aangewezen. Dit is een ontwikkeling die vooral voor gebieden die helemaal zijn ingericht op het massatoerisme negatieve consequenties kan hebben. Overigens lijkt het er op dat massatoerisme in veel landen nog altijd een groeipotentie heeft, en dat het naast een individuele benadering van toerisme zeker nog lange tijd zal blijven bestaan.

Toerisme in regionale gebiedsontwikkeling
Erik van Nuland ging in zijn workshop in op de plaats die recreatie & toerisme ten opzichte van natuur en landbouw in regionale ontwikkeling inneemt. Hij ziet binnen de recreatieve & toeristische sector een grote diversiteit aan relatief kleine bedrijven, terwijl de consument zijn oordeel over een vakantie of dagje uit laat afhangen van het totaalaanbod van recreatieve & toeristische diensten, infrastructuur en dergelijke in een bepaalde regio. Daarom is gezamenlijke ontwikkeling op regionaal niveau noodzakelijk. Hoewel de recreatiesector als geheel minder georganiseerd en minder sterk is dan de landbouw- en natuursector, kan recreatie en toerisme een belangrijke bijdrage leveren aan een vitaal platteland. In de workshop kwam vooral de bijdrage van toerisme in Brabant en Zeeuws-Vlaanderen aan de orde, maar ook in krimpgemeenten als De Marne (beter bekend van Lauwersoog, Zoutkamp en Pieterburen) komt nu al sterk naar voren dat recreatie en toerisme belangrijk is voor behoud van werkgelegenheid en voorzieningen.