Duurzaam veilige infrastructuur bij 80 km/u
15 februari 2001 

Duurzaam veilige infrastructuur bij 80 km/u

Voor verkeersveiligheidsorganisatie 3VO heb tijdens een stage in 2001 een rapport geschreven om te komen tot een voor leken toegankelijke beoordelingsmethode voor 80 km/u wegen.

Samenvatting

80 km/u wegen zijn de gevaarlijkste wegen van Nederland. Toch is er relatief weinig aandacht voor. Met een voorbeeldenboek, waarin infrastructurele maatregelen op 80 km/u wegen staan beschreven, wil 3VO daarom burgers mobiliseren om actie te ondernemen richting wegbeheerders. Om infrastructurele maatregelen te kunnen beoordelen moet eerst een, voor leken begrijpelijke, methode ontwikkeld worden. Dat is in het kort de doelstelling van dit rapport. De bijbehorende probleemstelling luidt als volgt: op welke manier kunnen bestaande eisen en richtlijnen voor gebiedsontsluitingswegen (GOW) worden omgezet in een, in de praktijk werkende, methode waarmee infrastructurele maatregelen op GOW op een voor leken begrijpelijke manier kunnen worden geanalyseerd?

Gebiedsontsluitingswegen zijn de wegen waarop volgens de principes van duurzaam veilig (functionaliteit van het wegennet, homogeniteit van het verkeer en voorspelbaar verkeersgedrag) nog 80 km/u mag worden gereden. De huidige 80 km/u wegen die in de toekomst 60 km/u wegen moeten worden, worden dan ook niet meegenomen in dit verslag.

Bij de beoordeling van de infrastructurele maatregelen wordt gebruik gemaakt van zes verschillende indicatoren: doorstroming, kosten, milieu effecten, objectieve veiligheid, richtlijnen van het CROW en subjectieve veiligheid. De scores op deze indicatoren worden voor het grootste deel gemeten tijdens veldwerk. Ook wordt voor een aantal gegevens de hulp van de wegbeheerder ingeroepen.

De scores worden vervolgens vergeleken met normen, zodat een cijfer tussen 1 en 10 kan worden gegeven. Wanneer de score gelijk is aan de norm wordt een voldoende gegeven.

Om een totaalcijfer te krijgen moeten de indicatoren ten opzichte van elkaar gewogen worden. Om draagvlak voor de weging te verkrijgen wordt een mini-enquête gehouden onder een aantal organisaties. Mede op basis van deze enquête is de onderstaande weging ontstaan: doorstroming telt voor 14% mee, kosten voor 21%, milieu effecten 16%, objectieve veiligheid 21%, de richtlijnen van het CROW 11% en subjectieve veiligheid doet voor 17% mee.

Bij het in de praktijk toepassen van de methode moet met een aantal zaken rekening worden gehouden. Aangezien op dit moment de CROW-richtlijnen nog niet definitief zijn, de methode niet altijd even nauwkeurig kan zijn en de weging van de indicatoren ten opzichte van elkaar in concrete gevallen anders zou kunnen liggen is het totale rapportcijfer niet meer dan een globale indicatie voor de kwaliteit van de onderzochte maatregel. Wanneer meer zekerheid gewenst is kan beter gebruik worden gemaakt van meer uitgebreidere methoden.

De methode is op drie maatregelen uitgeprobeerd: twee wegen in West Zeeuws-Vlaanderen en een heringerichte T-splitsing in de kop van Overijssel. Hieruit is gebleken dat vooral de informatieverzameling via de wegbeheerder moeilijker is dan verwacht.

Belangrijkste conclusies van het rapport gaan over de bruikbaarheid van de methode (deze geeft slechts een zeer globale indicatie van de kwaliteit van een maatregel) en de informatieverzameling (vooral informatie die bij de wegbeheerders verkregen zou moeten worden is moeilijk te achterhalen). Ook is het in concrete gevallen mogelijk dat de weging van de indicatoren aangepast moet worden. Aanbevelingen zijn dan ook de methode voor gebruik te checken op actualiteit en er op te letten dat de methode indicatieve gegevens levert.

Ritske Dankert schreef het rapport tijdens een stage bij verkeersveiligheidsorganisatie 3VO. Inmiddels heet 3VO weer Veilig Verkeer Nederland

Duurzaam Veilige Infrastructuur Bij 80 Km/u

Infrastructuur Rapport