Crisis in de planologie

Het is crisis in de planologie. Dat zien we niet alleen in de ruimte om ons heen, maar ook aan de ontwikkelingen binnen het vakgebied zelf. Drie belangrijke tekenen van het verval: de opheffing van het ministerie van VROM, de nieuwe Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte, en het einde van verdienmodel in de gebiedsontwikkeling.

Als eerste de opheffing van het ministerie van VROM. Dat was meer dan vermeende rechtse aversie tegen een vermeende linkse hobby. Uit een reconstructie van Binnenlands Bestuur kwam bijvoorbeeld naar voren dat VROM in haar laatste jaren behoorlijk ideeëloos was. Het is niet best wanneer dat over je gezegd wordt. Zeker niet wanneer je planoloog bent. Als iemand ideeën moet hebben over de (verre) toekomst is het toch wel de planoloog.

Dan de nieuwe structuurvisie. Dat de ruimte niet tot in detail maakbaar is, dat weten we nu wel. Maar dat wil nog niet zeggen dat je als Rijksoverheid in inertie moet verzanden. De nieuwe structuurvisie gaat die kant echter wel op. Alleen als het gaat om waterveiligheid en de verbreding van snelwegen wil het Rijk het voortouw nemen. Verder steunt het zonder keuzes te maken vrijwel alle zelfbenoemde mainports, greenports, brainports en valleys die in den lande als paddenstoelen uit de grond lijken te schieten. En verder is het Rijk voor het spoorboekloos reizen met de trein. Belangrijk, maar of het planologie is?

Tot slot de gebiedsontwikkeling. Door de economische crisis is het verdienmodel van de gebiedsontwikkeling krakend tot stilstand gekomen. Tot 2008 kon je van de winst op woningen elk nieuwe te ontwikkelen gebied aankleden met wegen, water, groen en voorzieningen. Nu zijn veel projectontwikkelaars en gemeenten al blij wanneer ze hun verliezen kunnen beperken. Wie denkt dat dit een tijdelijk zaak is zal bedrogen uitkomen. Door dalende woningprijzen en bevolkingsdaling zal terugkeer naar het oude verdienmodel voorlopig onmogelijk blijken.

Crisis dus in het vakgebied van de planologie. Gelukkig kan een crisis ook kansen bieden. Bijvoorbeeld door weer eens terug te gaan naar de essentie. Maar wat is de essentie van de planologie ook alweer? Iets met wonen, werken en recreëren?