Anders krimpen in Ganzedijk en omgeving
03 december 2008 

Anders krimpen in Ganzedijk en omgeving

In februari 2008 baarde de gemeente Reiderland opzien door de volledige sloop van het buurtschap Ganzedijk voor te stellen. Het voorstel leunde zwaar op volkshuisvestelijke argumenten en stedenbouwkundige oplossingen. De huidige bewoners van het buurtschap waren even over het hoofd gezien. Bovendien bleek de financiële onderbouwing van het sloopplan zo lek als een mandje. Eigenaar-bewoners zouden moeten worden uitgekocht en er zouden verhuisvergoedingen moeten worden verstrekt. Wie de benodigde 4 miljoen euro zou moeten ophoesten was volstrekt onduidelijk. Al met al een slecht doordacht plan.

Bewoners die graag in Ganzedijk willen blijven werd met het plan de stuipen op het lijf gejaagd, terwijl eigenaren die hun woning aan de straatstenen niet meer kwijtraakten een aantrekkelijke worst werd voorgehouden. En dat terwijl de gemeente had kunnen weten dat het sloopplan door de ontbrekende financiën feitelijk onuitvoerbaar is. Na veel protest mochten de bewoners zelf een alternatief plan maken, en inmiddels is duidelijk dat de woningen in Ganzedijk blijven staan en worden opgeknapt. Voor Ganzedijk wordt het hoofdstuk daarmee afgesloten, maar ondertussen krimpt de regio Oost-Groningen wel verder. Ook voor het alternatieve plan voor Ganzedijk is geld van de Rijksoverheid gevraagd, terwijl het probleem van leegstad op regionaal niveau niet wordt opgelost. De vraag is dan ook: hoe moeten gemeenten in al die andere dorpen en steden met bevolkingsdaling omgaan? Ik pleit voor een kleinschalige en mensgerichte benadering met maatwerkoplossingen voor drie verschillende doelgroepen.

Ten eerste zijn er ook in krimpende dorpen en steden veel bewoners die graag willen blijven wonen in het huis dat ze huren of bezitten. Zij zijn gebaat bij goed beheer van woningen en woonomgeving. De commotie rond het sloopplan heeft er in Ganzedijk paradoxaal genoeg voor gezorgd dat het beheer weer beter werd opgepakt. Ook in andere gebieden die om wat voor reden dan ook onder druk staan is een goed beheer echter noodzakelijk. Naast een goed beheer is soms ook het aanpakken van de woningen noodzakelijk. In overleg met bewoners kan dan worden gesproken over renoveren. Eventueel kan zelfs sloop en nieuwbouw op dezelfde plaats een optie zijn. Verder zal er veelal iets moeten worden gedaan aan leegstaande woningen. Door mensen te verleiden binnen een gebied door te verhuizen kunnen indien nodig op kleine schaal blokjes woningen gesloopt worden.

Eigenaar-bewoners die weg willen uit een krimpende woonplaats hebben een ander probleem. Zij krijgen hun woningen bijna niet verkocht. Gemeenten kunnen hier in samenwerking met woningcorporaties en banken iets aan doen. Door vanuit de corporatie een terugkoopgarantie te geven wordt het risico voor particuliere eigenaren beperkt. Omdat banken daarmee meer zekerheid krijgen over hun hypotheken is het reëel om ook hen daarvoor een bijdrage te vragen. Daarnaast is het zaak dat woningcorporaties in (toekomstige) krimpgebieden hun verkoopplannen nog eens kritisch tegen het licht houden. Omdat corporaties in krimpregio’s zelf als eigenaar ook met leegstand worden geconfronteerd verkopen zij op dit moment relatief veel woningen. Het is echter de vraag of dat beleid op langere termijn maatschappelijk verantwoord is.

Tot slot de toekomstige bewoners van de regio’s waar de krimpdorpen en steden zich bevinden. Volgens de meest recente voorspellingen hebben veel krimpregio’s door de vergrijzing in de toekomst minder eengezinswoningen nodig, en meer ouderenwoningen. Het is dan ook noodzakelijk om eengezinswoningen te slopen. De beste plek om dat te doen is op locaties waar ouderenwoningen kunnen worden teruggebouwd. Op deze manier wordt voorkomen dat een buurtschap of dorp volledig van de kaart moet worden gevaagd. Bewoners kunnen terugkeren naar nieuwe woningen op hun vertrouwde stek. En ook voor de woningcorporatie is er een voordeel te behalen. Sloop mét nieuwbouw is immers gemakkelijker te financieren. Bovendien is er onder bewoners meer draagvlak voor, zodat het proces sneller kan verlopen.

Wanneer we meer ervaring krijgen met bevolkingsdaling zullen de hier voorgestelde oplossingen ongetwijfeld verder kunnen worden aangevuld. Als totaalpakket ziet het er wellicht minder spannend uit dan het volledig slopen van een dorp. Belangrijker is echter dat de schijntegenstelling tussen slopen en niet-slopen wordt doorbroken. Met kleinschalige maatregelen kunnen we de problemen die krimp met zich meebrengt bestrijden.