De ene krimp is de andere niet

Bij demografische krimp kan het gaan om minder inwoners, minder huishoudens of beide. De oorzaak van minder huishoudens kan zowel in een sterfteoverschot (geboorte-sterfte) als in migratie (verhuizingen van en naar de gemeente) liggen. Hier zitten belangrijk verschillen tussen krimpgebieden. Ik introduceer ze hier.

Krimp door een wegtrekkende bevolking
Gebieden die vooral krimpen door een negatief migratiesaldo (Heerlen, Delfzijl) hebben onvoldoende aantrekkingskracht. Dit kan bijvoorbeeld het gevolg zijn van een onaantrekkelijke woonomgeving, of van gebrek aan werk. In deze gebieden is het zaak ze aantrekkelijker te maken voor degenen die (dan) wel blijven.

Krimp door sterfteoverschot
In gebieden die voornamelijk (gaan) krimpen door een sterfteoverschot kunnen op zichzelf wel aantrekkelijke gebieden zijn, maar sterk vergrijsd door hun landelijk en rustige ligging (bijvoorbeeld in Drenthe). In zulke gemeenten gaat de krimpdiscussie meer over het overeind houden van een infrastructuur voor zorg en welzijn, en over het geschikt maken van de woningvoorraad voor de ouder wordende bevolking.

Krimp door gebrek aan bouwlocaties in combinatie met huishoudensverdunning
Er zijn ook gemeenten die krimpen doordat ze geen bouwmogelijkheden hebben waarmee de bevolkingskrimp door huishoudensverdunning kan worden opgeheven (Delft, Haarlem, gemeenten in het Groene Hart). Dit kunnen wel degelijk aantrekkelijke gemeenten zijn, waar veel mensen willen wonen. Hier is ondanks de bevolkingskrimp (vrijwel) geen huishoudenskrimp.

Negatief migratiesaldo, maar positief geboorteoverschot
Tot slot zijn er gemeenten waar een negatief migratiesaldo (deels) wordt opgeheven door een geboorteoverschot. Bijvoorbeeld in landelijke gemeenten met een hoog aantal kinderen per gezin. Het negatieve migratiesaldo wordt hier voor een groot deel veroorzaakt door het wegtrekken van jongeren (iets wat in heel Nederland speelt) wegens studie en werk. Voor een ander deel kan het negatieve migratiesaldo ook in deze gebieden wel degelijk veroorzaakt worden door een gebrek aan kwaliteit. Dit mogelijke probleem op termijn wordt dan door het geboorteoverschot op korte termijn nog (deels) aan het zicht onttrokken. Dit zijn de toekomstige krimpgemeenten.
Reactie plaatsen